Vaak gaat het om beschadigingen van de tussenwervelschijf door natuurlijke veroudering. Het betreft dus geen ziekte. De behandeling van die chronische rugpijnen is echter vaak complex en er zijn diverse interveniënten nodig om de patiënt te kunnen verlichten.
De rugkliniek van het UMC Sint-Pieter maakt integraal deel uit van de dienst orthopedie. Er werken kinesitherapeuten, osteopaten, sofrologen, acupuncturisten, fysische artsen en chirurgen. Een multidisciplinaire aanpak laat toe elke patiënt een persoonlijke behandeling op maat te geven.
Het team orthopedie van het UMC Sint-Pieter telt meerdere chirurgen gespecialiseerd in rugchirurgie. Onder hen leden van nationale en internationale organisaties van rugchirurgie en auteurs van diverse wetenschappelijke artikels.
Onze dienst behandelt alle chirurgische rugaandoeningen en werkt nauw met de dienst neurochirurgie samen. Wij gebruiken de meest moderne technieken voor een optimale behandeling.
Buiten tumoren en breuken van de wervelkolom – die gelukkig zeldzamer zijn – worden volgende aandoeningen het vaakst chirurgisch behandeld: wervelkanaalstenose, cervicale en lumbale discushernia, primaire lumbago die resistent is voor medische behandeling.
Algemeen
De wervelkolom of rachis kan in 4 zones onderverdeeld worden. Van hoog naar laag: de cervicale wervelkolom (7 wervels), de thorale wervelkolom (12 wervels), de lumbale wervelkolom (5 wervels) en de sacrale wervelkolom (5 aan elkaar gegroeide wervels). Ze eindigt met het staartbeen. In vooraanzicht is de wervelkolom rechtlijnig maar in profiel vormt ze een verlengde S. Men spreekt van cervicale lordose, dorsale cyfose en lumbale lordose. Die krommingen zijn natuurlijk als ze binnen bepaalde grenzen blijven en zorgen ervoor dat het hoofd zich boven het bekken positioneert. Men spreekt dan van een evenwichtige wervelkolom.
De wervelkolom ondersteunt het lichaam maar beschermt ook het ruggenmerg.
Ter hoogte van elke wervel komen twee zenuwen uit de wervelkom via openingen (foramen): één rechts en één links. Ze prikkelen spieren of geven gevoel in bepaalde delen van de huid. Elke zenuw heeft haar specifiek gebied. De zenuwen die uit de laatste drie lumbale wervels komen, groeperen zich in een grote zenuw, de zitbeenzenuw, en vertakken zich vervolgens in het been naar hun specifieke huidgebied. De zenuw die tussen de vijfde lumbale wervel en het heiligbeen uitkomt bijvoorbeeld, geeft gevoel aan de grote teen. Als die zenuw beschadigd uit de kolom komt, zoals bij een discushernia, zal de patiënt pijn hebben aan de grote teen. Zo kunnen we, enkel door de patiënt te ondervragen, gemakkelijk diagnosticeren waar de discushernia zich bevindt.
Wervelkanaalstenose
Heeft te maken met slijtage van de wervelkolom met het ouder worden. Door de hogere levensverwachting komt de aandoening almaar vaker voor bij patiënten van 70, 80 zelfs 90 jaar. Bij wervelkanaalstenose wordt het wervelkanaal nauwer. In het wervelkanaal passeert het ruggenmerg in de cervicale en dorsale regio’s. Ter hoogte van de lumbale wervelkolom bevindt zich de durale zak met de wortelzenuwen die de benen sturen. Enerzijds verouderen de tussenwervelschijven, die gaan uitpuilen. Anderzijds gaan ze als reactie op de artrose misvormen en volumineuzer worden. Enerzijds verouderen de tussenwervelschijven, die gaan uitpuilen. Anderzijds gaan ze als reactie op de artrose misvormen en volumineuzer worden.
Normaal kanaal Vernauwd kanaal
De klachten van patiënten met wervelkanaalstenose zijn vrij typisch. Buiten rugpijn door artrose, voelt de patiënt bij het stappen vooral pijn in de dijen en benen. Na enkele minuten kan hij zijn weg hervatten maar na dezelfde wandelafstand herbegint de pijn waardoor hij weer moet stoppen. Na enkele minuten kan hij zijn weg hervatten maar na dezelfde wandelafstand herbegint de pijn waardoor hij weer moet stoppen.
Deze aandoening evolueert traag en vorm geen enkel gevaar maar is hinderlijk voor de patiënt die zijn loopafstand met de tijd ziet inkorten.
Een vaak gestelde vraag is of een vernauwd kanaal moet geopereerd worden. Het komt zelden voor dat de patiënt zware neurologische stoornissen vertoont die snel evolueren. Daarom is een operatie quasi nooit dringend en worden in eerste instantie behandelingen met medicijnen, kinesitherapie en zelfs epidurale injecties voorgesteld om de patiënt te verlichten. Als deze behandelingen niet helpen en de hinder zo groot is dat ze de levenskwaliteit aantast, kan een interventie voorgesteld worden. En bij verlies van kracht, gevoel en controle van de blaas is een interventie uiteraard dringend.
De patiënt is vaak bang verlamd te raken door een interventie. De mogelijke verwikkelingen van de interventie zullen u tijdens de raadpleging door uw chirurg worden uitgelegd. Nul risico bestaat niet maar de interventie heeft tot doel opnieuw zenuwruimte of –structuur te geven en zo de neurologische toestand van de patiënt te verbeteren. De interventie gebeurt via een snede in de rug. Er wordt been « geschraapt » om de zenuwstructuren voldoende ruimte te geven. Soms, wanneer er bewezen instabiliteit van de wervels is, gaat dat met een arthrodese gepaard. Dat is het aan elkaar vastmaken van wervels met schroeven. Het toevoegen van schroeven heeft weinig gevolgen voor de mobiliteit die toch al sterk verminderd is bij een wervelkolom met een nauw wervelkanaal.
Na de interventie blijft de patiënt soms 24 uur in bed. Daarna mag hij met behulp van een kinesitherapeut stappen. De gemiddelde hospitalisatieduur is vijf dagen. Doorgaans is de patiënt na die termijn in staat om naar huis terug te keren. Als de patiënt geïsoleerd leeft, kan een revalidatieverblijf overwogen worden.
Discushernia
De tussenwervelschijf bestaat uit concentrische collageenvezels rond de nucleus pulposus (de zachte kern binnenin). Vanaf 25 jaar kunnen tijdens inspanningen, zoals het tillen van een last – het gaat meestal om handelingen uit het dagelijkse leven – letsels aan die vezels optreden. Er ontstaan scheurtjes die pijn veroorzaken. We spreken van lumbago of lombalgie wanneer de pijn in de lende gelokaliseerd blijft en van cervicalgie als de pijn ter hoogte van de nek is.
Bij een belangrijke scheur kan de inhoud van de schijf, de nucleus pulposus, in het wervelkanaal ontsnappen en een discushernia doen ontstaan. De hernia kan centraal zijn en de durale zak samendrukken, of lateraal en de wortels samendrukken. Er ontstaat pijn in het gebied van het been met de verwonde zenuw. We spreken van ischias, wat gepaard kan gaan met een verlies aan gevoel of zelfs verlamming.
Laterale hernia waardoor de zenuwwortel samengedrukt wordt.
In 80 % van de gevallen vergt de behandeling van een discushernia geen operatie. Bij een niet-verlammende discushernia – het is te zeggen zonder ernstige neurologische stoornissen – wordt in eerste instantie begonnen met een conserverende behandeling met rust, ontstekingsremmers en spierontspanners. Ook kan een therapeutische epidurale injectie gegeven worden. Dan wordt lokaal cortisone geïnjecteerd om de ontsteking, veroorzaakt door de hernia, te verminderen. Als de conserverende behandeling niet helpt, kan geopereerd worden, vooral bij invaliderende pijn. In het geval van een paralyserende discushernia, of die gepaard gaat met verdoving, wordt altijd met spoed geopereerd.
Het doel van de interventie is de hernia te verwijderen en de discus schoon te maken om herval te voorkomen. Bij een discushernia in de onderrug maakt de chirurg een snede in de rug ter hoogte van de beschadigde discus. Dankzij aangepaste instrumenten kunnen wij via microchirurgie snedes van minder dan drie centimeter maken om de zieke discus te bereiken. Door de durale zak en de zenuwwortel voorzichtig weg te schuiven, krijgt de chirurg toegang tot de hernia om hem verwijderen.
Na dit type operatie kan de patiënt doorgaans de volgende dag opstaan en de tweede of derde dag na de operatie naar huis weerkeren.
Een discushernia kan ook ter hoogte van de cervicale kolom (nek) aanwezig zijn. Buiten pijn in de nek kan de patiënt dan ook uitstralende pijn tot in de vingers voelen. De aanwijzingen voor een operatie zijn dezelfde als bij een hernia van de onderrug. De patiënt krijgt ontstekingsremmers en spierverslappers. De patiënt krijgt ontstekingsremmers en spierverslappers. Bij heviger pijn kan een cervicale epidurale injectie gegeven worden. Het dragen van een halskraag brengt de nekstreek tot rust. Een operatie is vereist bij invaliderende pijn die niet op de klassieke behandeling reageert of in het geval van neurologisch deficit.
Artrose van de lendenwervelkolom en degeneratieve discopathieën
Artrose van de lendenwervelkolom treft het vaakst wervels L4, L5 en S1. De pijnen veroorzaakt door artrose noemt men lumbalgieën. Ze worden veroorzaakt door slijtage van het kraakbeen op de facetgewrichten van de wervels of slijtage van de tussenwervelschijven. In dat geval spreekt men van discopathie.
De behandeling gebeurt met medicijnen maar ook rust, kinesitherapie, osteopathie, acupunctuur, fysiotherapie en soms zelfs psychologie in geval van chronische pijn gelinkt aan stress of anesthesie voor vermindering van de gevoeligheid. Als de pijnen niet verlicht worden door medicijnen, kan het blokkeren van één of meerdere wervels door arthrodese overwogen worden. Met platen en schroeven worden de zieke wervels aan elkaar vastgehecht.
Deze interventie moet echter uitzonderlijk blijven. Een groot aantal patiënten blijft na de operatie pijn hebben. Naar schatting enkel 70 % is na de operatie verlicht en 20, 30 % heeft geen pijn meer. Dat betekent dat 30 % van de patiënten na de interventie soortgelijke pijn overhoudt of zelfs erger. We behouden chirurgie bijgevolg voor gevallen waarbij geen enkele behandeling de patiënt heeft kunnen verlichten en de pijn zwaar invaliderend blijft en de levenskwaliteit van de patiënt aantast.
Scoliose
De meeste bekende misvorming van de wervelkolom bij kinderen is scoliose. Het is een complexe misvorming van de wervelkolom waardoor die in vooraanzicht een S-vorm heeft. De kromming kan overal in de kolom optreden. Men spreekt van thoracale, thoracolumbale of lumbale scoliose, afhankelijk van de plaats van de kromming. Wanneer de ziekte zich ter hoogte van de borstkas (thoracaal) bevindt, is ze zeer ver gevorderd. De roterende wervels drukken de kanten ter hoogte van de bolle kant naar achteren, waardoor een bult (gibbus) ontstaat. De bult is nog beter zichtbaar wanneer de persoon naar voren helt.
Echte scoliose is een onomkeerbare misvorming en mag niet verward worden met een scoliotische houding, die het gevolg kan zijn van een slechte staande houding van een patiënt, of een compensatoire scoliose die een afwijking is ten gevolge een verschillende lengte van de benen. Die twee scolioses verdwijnen in liggende houding.
Bij een onomkeerbare scoliose gaat men altijd op zoek naar een neurologische of congenitale (aangeboren) oorzaak maar in 70% van de gevallen wordt geen oorzaak gevonden. Men spreekt dan van een idiopathische scoliose. Idiopathische scoliose komt 7 keer vaker bij meisjes voor en kan vroeg in de kindertijd optreden, doorgaans rond 10 jaar.
Tijdens een eerste onderzoek worden radiografieën genomen waardoor men de hoeken van de kromming kan meten. De behandeling wordt aan de graad van afwijking aangepast. Scoliose is een evolutieve ziekte. Iets vóór de puberteit, net voor de eerste maandstonden optreden, begint de wervelkolom aan een snelle groei. Op dat moment kan men de scoliose zien verergeren. Bij kinderen die risico lopen, is dan regelmatig medische controle vereist. De voorgestelde behandeling zal uit kinesitherapie bestaan als er geen of een zeer trage evolutie is. Als na 6 maanden interval een verergering van enkele graden wordt vastgesteld, krijgt de patiënt een korset op maat of opeenvolgende gipsverbanden. De behandeling kan meerdere jaren duren, tot het einde van de groei. Als de kromming ondanks de behandeling verergert en hart- of ademhalingsproblemen veroorzaakt, wordt naar chirurgie gegrepen. De ingreep bestaat uit het inkorten van de kolom en het aan elkaar lassen van de wervels met arthrodese.