Zij richt zich vooral op 3 types van aandoeningen:
- aandoeningen van de kransslagaders (slagaders die de hartspier voeden)
- aandoeningen van de hartkleppen
- en aangeboren misvormingen van het hart en van de grote bloedvaten.
Verloop van de interventie
In het kader van een georganiseerde chirurgie wordt de patiënt meestal één of twee dagen vóór de ingreep opgenomen. Bij opname wordt een standaardbilan uitgevoerd: met name een bloedafname, een thoraxfoto en een elektrocardiogram. Andere specifieke onderzoeken worden gepland in het kader van het preoperatieve onderzoek: coronarografie, echografie van het hart, Doppler van de carotiden, meten van de longcapaciteit … De preoperatieve raadpleging bij een anesthesist maakt het mogelijk om de patiënt zo goed mogelijk op de ingreep voor te bereiden en eventuele pijnbestrijding te verzekeren.
Peri-operatieve follow-up met een verwijzende verpleegkundige
Als u vragen hebt over uw ziekenhuisopname, uw
De chirurgische ingreep
In de grote meerderheid van de gevallen wordt het hart bij middel van eenmediane sternotomie benaderd,een incisie waarbij het sternum overlangs wordt doorgenomen. Dit gebeurt onder volledige verdoving. Eens het hart vrij ligt, wordt de extracorporale bloedsomloop geïnstalleerd en gestart. Deze bestaat uit een pomp en een zuurstofapparaat en neemt de hartfunctie over (de bloedsomloop) en de longfunctie (de gasuitwisseling verzekeren). Daardoor kunnen hart en longen lang genoeg gestopt worden zonder schade aan de organen te veroorzaken. Dit laat de chirurg toe om de eigenlijke cardiale handeling te verrichten op een leeg en stilstaand hart. Eens de herstelling van het hart voltooid, wordt het hart opnieuw gevuld, de samentrekkingen hervatten, de longen worden opnieuw geventileerd en de externe bloedsomloop wordt progressief gestopt. Op het einde wordt de sternotomie in lagen gesloten en er blijven 2 of 3 drains in de borstholte.
Het verblijf op intensieve verzorging
Op het einde van de ingreep wordt de patiënt overgebracht naar de dienst voor intensieve verzorging.. Hij is nog steeds onder narcose en beademd. Tijdens de eerste en meest delicate postoperatieve uren zullen zijn verschillende parameters nauwlettend in de gaten gehouden worden. Eens deze parameters gestabiliseerd zijn, zal hij progressief gewekt worden, zal de beademing afgebouwd worden en wordt hij geextubeerd. Het verblijf in de intensieve verzorging duurt gemiddeld 2 dagen, waarna de patiënt terug naar de verpleegeenheid gaat.
Het postoperatieve verblijf in de verpleegeenheid
Dit verblijf zal gemiddeld een week duren. Het klinisch onderzoek en bepaalde bijkomende routineonderzoeken verzekeren de afwezigheid van postoperatieve complicaties. Kinesitherapie wordt snel en actief begonnen. Het doel is de strijd tegen respiratoire complicaties en een zo snel mogelijk herwonnen autonomie.
De herstelperiode
Meestal kan de patiënt bij ontslag rechtstreeks naar huis. Hij kan ook, indien hij dit wenst en zijn toestand het vereist, enkele weken verblijven in een herstelcentrum. n ieder geval wordt de voorzetting van de kinesitherapie en daarna de revalidatie sterk aanbevolen. Ze laten toe om de lichamelijke mogelijkheden en een herneming van de gewone activiteiten optimaal te herwinnen. Een regelmatige medische opvolging is absoluut nodig na de ingreep: zij zal verzekerd worden door de huisarts en de cardioloog.